Verklaringen kaart 5

3. De Haipôle
Het woord ‘pôle’ is het gewone woord voor een klein perceeltje grond. Het duidt hier op een stuk grond waarop hooi gewonnen werd.

Rom Paad, kaart 5

4. De Westen
Deze naam komt al voor sedert 1809. Het is niet precies bekend wat er in dit geval met ‘westen’ bedoeld wordt. Mogelijk: westelijk van de (Oude) Lits gelegen.

5. It Eilân

Het ‘Eiland’ ontstond eind 19e eeuw, toen het noordelijk gedeelte van de Lits gekanaliseerd werd, waarbij de oorspronkelijke bocht in het riviertje bewaard bleef. De naam spreekt voor zichzelf.

6. De Komerk
De Komerk diende om het vee te stallen dat voor de jaarmarkten werd aangevoerd. Ook, aldus Veltman in zijn boekje ‘Oostermeer geschiedkundig beschreven’, bood de Komerk plaats aan de kermisvermakelijkheden in vroeger tijden. Omdat de Komerk eigendom van de kerk was, moesten de ondernemers staangeld betalen aan de kerkvoogdij.

7. It Fintsje
Deze kleine Venne – met welk woord weiland wordt aangeduid - werd gebruikt als wei- en hooiland.

8. De Mientepôle
Het huidige adres Snakkerbuorren 30 is gebouwd op een ruim terrein, waaraan te zien is dat hier in vroeger tijd een boerderij gestaan heeft. In de Floreenkohieren wordt het terrein omschreven als ‘Een hornleger op de Meerswal'. De nrs. 9 en 10, het ‘Wobbelân’ en het ‘Joukjelân’ hoorden bij deze boerderij. Wie precies ‘Miente’ is geweest is onbekend.

9. It Wobbelân
Als eigenaar en gebruiker van dit perceel wordt in 1798 Wobbe Jans geregistreerd, molenaar van beroep. Het stuk land is zijn naam blijven dragen.

10. It Joukjelân
Van het ‘Joukjelân’, soms ‘Joukelân’, is niet bekend welke Joukje of Jouke de naamgever van dit perceel is geweest. Ook nr. 11 komt wel onder genoemde namen voor.

12. De Stripe
Met ‘stripe’ (de naam komt op meer plaatsen voor in Eastermar) wordt een lang en smal perceel grond bedoeld.

13. It Sytskelân
Deze naam is afkomstig van Sytske Roelofs Bosma, geboren in 1776, echtgenote en weduwe van Michiel Jans Bron, herbergier in de herberg ‘s Lands Welvaren. De vader van Michiel, Jan Michiels, gehuwd met Ettje Pieters, kocht de herberg begin 1763.  Zijn zoon nam de zaak over. Michiel maakte zijn testament op 21 mei 1814 en overleed op 23 aug. 1814. Sytske werd daarna zelfstandig ‘kasteleinsche’. Zij maakte op 15 maart 1848 haar testament. Het echtpaar had geen kinderen, dus het bezit – Sytske had vrij veel land in de omgeving – ging na haar dood in 1861 naar de oom- en tantezeggers.

14. De Haachkamp

Op de Haachkamp zijn de huizen met bijbehorende tuingrond gebouwd die aan de westkant van de Schoolstraat liggen. De naam is een afleiding van de hagen die als erfscheiding om het perceel aangeplant waren.

15. De Keallekamp
De naam van dit perceel grond (de naam is ook elders in Eastermar te vinden) komt sinds 1758 in de Floreenkohieren voor en luidt dan ‘Calver Camp’. Het gebruik van het land was hier de naamgever: op dit stuk grond werden de kalveren geweid. Aan de oostkant is nog (gedeeltelijk) de haag te zien die vanouds als erfscheiding diende. Aan de zuidkant is een strook land getrokken bij de erven van de huizen aan de E.M. Beimastrjitte. In de tuinen daarvan is de oude grens nog te zien, door het hoogteverschil.

16 t/m 20. De Harstpaden

In 1720 spreekt het ‘Register van Onderhoudsplichtigen’ van wegen in Eastermar van een 'bouwcamp op de Harste'. Het Floreenkohier van 1738 bevat de vermelding: ‘Twee ackers bouwland op het Harstepad, eigendom van Juffr. Anna Poutsma’. Vermoedelijk is de oorspronkelijke naam van deze landen ‘De Harste’ (vrgl. de naam De Harste in Sumar). De naam ‘Hazzepaden’ of ‘Haspaden’, die ook voorkomen, zijn een verbastering van Harstepaden. Het Harstepad is dus het pad dat over de Harste loopt. Het oorspronkelijke Harstepad liep van de steeg tussen de adressen E.M. Beimastrjitte 31 en 33 af dwars over de landen 14 t/m 20. Het is praktisch verdwenen. De naam is overgegaan op de huidige nieuwbouwstraat Harstepaad. Er waren echter meer paden over de Harste, zowel naar het noorden (naar de Middelwei) als naar het zuidoosten, naar de boerderij de Grote Hornst, waar eerder Haersma-State stond. Ook de naam Haersma is te zien als ‘bewoners van de Harste’. De woorden Harste en Hornst komen dus naast elkaar voor, met de betekenis ‘een met bosjes begroeid stuk hoger gelegen land.’

21 en 22. De Skeperij

De naam de ‘Scheperij’ duidt op het bedrijfsmatig houden van schapen. Mogelijk was hier dus een centraal punt waar de schapen van verschillende boeren uit het dorp gezamenlijk de nacht doorbrachten, waarbij ze overdag op de omliggende heidevelden gehoed werden.

23. It Atse Kampke

Het is niet bekend welke Atse de naamgever van dit perceel land is geweest.

25. en 26. It Leech
Dit is een naam die aanduidt dat het betreffende stuk grond (oorspronkelijk bestaande uit twee percelen) laag gelegen is ten opzichte van de omgeving. De naam is overgegaan op de huidige straat.

Naar boven