Verklaringen kaart 6

1. It Gripelân
De verklaring van de naam Gripelân is onduidelijk. In een aantal notariële aktes komt de naam ook voor als ‘Garijperland’, hetgeen op een relatie met het dorp Garyp zou wijzen. Vrgl. de naam de ‘Burgerkamp’ (Burgumerkamp).
De Floreenkohieren geven dit stuk land dezelfde naam als nr. 3,  waarbij de volgende spellingsvariaties voorkomen: Hoismagers (1748 en 1758); Hoitsmagers (1768 en 1788); Hotsmagersland (1778); Harstmagers (1798, 1818 en 1828); Harstmeijers (1838, 1848 en 1858).

Rom Paad, kaart 6

3. Hoitsmagers
De Floreenkohieren van 1848 en 1858 noteren de naam van dit stuk land als de ‘Harstemaijers’. De letter ij zal echter als een g gelezen moeten worden. De naam is niet afgeleid van ‘Hoatskemuoi’, zoals wel gedacht werd. Eerder gaat de naam terug op vroegere eigenaars, zoals mogelijk de familie Hoitsema van Noardermar bij Burgum. Het valt op dat hier ‘gers’ gebruikt wordt voor weiland, in plaats van het meer gebruikelijke ‘finne’.

4. It Túntsje
Deze naam dateert vermoedelijk uit de tijd dat dit stuk land in kleine perceeltjes verdeeld was en aan individuele inwoners van Eastermar als moestuin verhuurd werd. Zie ook nr. 5.

5. De Stripe
Stripe is de naam voor een lang en smal stuk grond. In de Floreenkohieren van 1788, 1798, 1818 en 1828 wordt de Stripe samen met It Túntsje (zie nr. 4) het ‘Middelste Stuk’ genoemd.

7. De Boerewier
De naam ‘wier’ wordt hier gebruikt voor een hoger gelegen stuk grond (vrgl. ‘de Wieren’ elders in Eastermar) maar kan op andere plaatsen in Fryslân juist laag gelegen land betekenen. Mogelijk verwijst ‘Boerewier’ naar de naastgelegen boerderij ‘de Grutte Hoarnst’.

8. De Sân Ikkers
In 1758 is dit perceel land al bekend as 'De Seeven Ackers'. Het woord ‘akker’ wijst vrijwel altijd op (oorspronkelijk) gebruik als bouwland. Vermoedelijk was het perceel ooit in zeven kleinere percelen verdeeld.

9. It Poartlân
Deze naam is vrijwel zeker afgeleid van het poortgebouw van het vroegere Haersma-State, dat eerder op de plek stond waar nu de boerderij de ‘Grutte Hoarnst’ staat. Veltman schrijft erover in zijn boekje ‘Oostermeer geschiedkundig beschreven’: Nog lang stond er achter het huis een oud poortje met een 'gibbevlucht’.

10. It Brouwerslân
Het is niet bekend welke brouwer (beroep bierbrouwer) of welke familie (familienaam Brouwer) het hier betreft.

11. It Teakelân
Het is onbekend aan welke ‘Teake’ de naam van dit perceel land ontleend is.

12. De Gerbenskamp
De Gerben die hier bedoeld wordt zal Gerben Ybes zijn. In 1778 staat hij in de Floreenkohieren als eigenaar genoteerd.

14. De Stikelkamp
De naam ‘Stekelkamp’, die ook elders in Eastermar voorkomt, duidt op een bepaalde begroeiing, vaak op wat hoger gelegen grond.

16. De Keallekamp
De naam van dit stuk land, dat in de registers voorkomt als ‘de Kalverskamp’ is ontleend aan het gebruik dat ervan gemaakt werd, nl. het weiden van kalveren. De naam komt ook elders in Eastermar voor.

17. It Eskekampke
Deze naam zal in feite moeten luiden ‘It Eske’s Kampke’. Dit perceel land hoorde bij de boerderij en de landerijen, eigendom van de familie Eskes. De boerderij stond op perceel nr. 13, de landen nrs. 15 t/m 20 hoorden er bij.

18. It Doarkestik
Dit perceel land ontleent zijn naam aan een klaphekje, een ‘deurtje’, dat toegang bood tot een langs dit perceel lopend voetpad.

19. It Breedstik
Een vanouds bekende naam, die al in 1718 als 'Het Breestuk' in de Floreenregisters voorkomt. Ook elders in Eastermar komt deze naam voor. Het perceel lijkt op het eerste gezicht lang en smal. De helling van het land loopt echter van noord naar zuid, waardoor ook de (korte) akkers van noord naar zuid werden aangelegd. Het perceel is zo gezien breder dan het lang is.

20, 21 en 22. De Seroanen
Deze naam komt voor als ‘Sironen’ en als ‘Suronens’ (in 1818). Een mogelijke verklaring is, dat de naam een verbastering is van ‘Sydrâne’ of van ‘Súdrâne’. De akkers zouden dan aan de zijkant liggen (van de Lits, als die buiten zijn oevers trad) of aan de zuidelijke rand van voor landbouw geschikte grond.

30. De Bile
In het Floreenkohier van 1700 wordt deze naam als 'De Bylle' geschreven en in dat van 1838 als 'de Byle'. Als verklaring wordt gedacht aan de gelijkenis met een bijl (samen met nr. 31).

Naar boven