Verklaringen kaart 7

1 en 2. De Haechkamp
De naam ‘Haagkamp’komt sinds 1738 in de Floreenkohieren voor. Ongetwijfeld is de naam afgeleid van de heggen of (meidoorn)hagen die het perceel omringden. Er is een tijd geweest waarin dit stuk bouwland verdeeld was in kleinere perceeltjes, elk met afzonderlijk een eigenaar en/of gebruiker. Daarna ontstond een tweedeling, waardoor de namen Noorder- en Zuiderhaagkamp in gebruik kwamen. Op de Noorderhaagkamp liet Dirk Gjalts Reitsma, die toen boerde op Boerestreek 6 (Oud-Stedma), in 1912 de boerderij Nieuw-Stedma bouwen.

Rom Paad, kaart 7

4. De Skoallekamp
In de noordwesthoek van dit perceel (met de boerderij Grote Hornstweg 12) stond oorspronkelijk de dorpsschool. Zie hiervoor B.R. Veltman, Oostermeer geschiedkundig beschreven, pag. 79. De afleiding van de naam ‘de Skoallekamp’ (in de Floreenkohieren vermeld als ‘De Kamp bij de Schole’) is daarom wel duidelijk. Ook het tegenoverliggende perceel, aan de andere kant van de Grote Hornstweg, nu met bebouwing, staat bekend als de ‘Skoallekamp’.

6. De Hegekamp
Dit perceel werd al in 1790, toen het bij verkoop in twee stukken verdeeld maar ook al spoedig weer samengevoegd werd, als de ‘Hogekamp’ aangeduid. Wie vanaf de Kleine Hornstweg naar het oosten kijkt, ziet onmiddellijk dat dit stuk land hoger ligt dan de omringende stukken land.

8. De Nije Reed
Dit perceel land ontleent zijn naam aan de weg die in de 19e eeuw ten zuiden ervan aangelegd werd en als ‘de Nije Reed’ met de vanaf de Heidbuorren vanouds bestaande Zwarteweg de verbinding vormde tussen de ‘buorren’ van Eastermar en It Wytfean. De Cingel (het stuk van de buorren tot de boerderij de ‘Grutte Hoarnst’), de Nije Reed en de vanouds bestaande Zwarteweg werden later gezamenlijk ‘Zwarteweg’ genoemd.

9. De Atzekamp
Het is onbekend wie deze Atze, de naamgever van de ‘Atzekamp’, precies geweest is.

10. De Hindrik Teakeskamp
Het is niet bekend wie Hindrik Teakes was, aan wie de naam van dit perceel ontleend is.

11. It Binnelân
Wie precies deze Binne geweest is, de naamgever van het ‘Binnelân’, is onbekend.

12. De Djirringen
Deze naam (die vanaf 1788 voorkomt) wordt ook gebruikt voor de nummers 26 en 27, waarbij het laatste perceel (in 1790) de ‘Lytse Djirringen’ genoemd wordt. Kennelijk is nr. 27 een afsplitsing van nr. 26. In de bestaande archiefstukken wordt de naam steeds als ‘Dieringen’ geschreven. De betekenis van deze naam is echter onbekend.

14. De Jan Ommekamp
De Jan Ommekamp (of: Janomme-kamp) betreft kennelijk een perceel dat ooit aan oom Jan toebehoorde. Maar wie hij precies geweest is, is onbekend.

15, 16. en 17. De Tranen

Deze percelen land worden nu gezamenlijk als ‘de Tranen’ aangeduid, maar komen in notariële aktes voor als resp. de Zuidelijke, de Oostelijke en de Westelijke Tranen. Op perceel 17, de Westelijke Tranen, werd in 1886 voor ArnoldusWerumeus Buning en Maaike Wijbes van den Berg een boerderij gebouwd, die nu (als woonboerderij) de naam ‘Refugium’ draagt. De naam de Tranen heeft niets met ‘waterlanders’ te maken, maar is verwant met het Duitse woord ‘trennen’, dat ‘scheiden, afscheiden’ betekent. Het betreft dus een perceel grond dat van de heide afgescheiden en in cultuur gebracht werd.

21, 22. en 23. De Nies
De nrs. 21 en 23 komen in archiefstukken voor als ‘de Kleine Nies’ en nr. 22 als de ‘Grote Nies’. Gezamenlijk worden ze (al sedert 1728) aangeduid als ‘de Nies’. De uitspraak van ‘de Nies’ is ‘de Nies’ (Fries, met ie-klank als in ‘wiet’ = nat) of ‘ de Njist’. Mogelijk is de oorspronkelijke naam van het hele complex landerijen de ‘Nije Ies’, dus de ‘Nieuwe Es’, waarbij es duidt op landbouwgrond die gemeenschappelijk eigendom is. Vrgl. de ten  noorden van de Seadwei gelegen landen de Snjisten en de Snjistwei, de Ies en de Iestwei in Jistrum en bij Burgum de Soest. Dit laatste woord ontwikkelde zich uit Su-ees via Sû-ies tot Soest.

24. It Maikelân
Het is onbekend wie Maike, de naamgeefster van dit perceel land, geweest is.

25. It Wytskelân
De naam van dit perceel land is verbonden met een zekere Wytske, maar het is niet bekend wie zij precies geweest is.

28. De Koaikamp
De naam ‘Koaikamp’ herinnert aan een kooi (eenden? schapen?) die hier in een ver verleden aanwezig geweest moet zijn. De naam komt in 1790 voor het eerst voor. In de Floreenkohieren wordt dit perceel omschreven als ‘de helft van de Kooikamp’. De andere helft zou dan nr. 29 geweest moeten zijn.

Naar boven